|
||||||||
|
Zoals de meeste lezers van mijn recensies weten ben ik over het algemeen niet zo enthousiast over vocale jazz, echter er zijn altijd uitzonderingen, ten eerste betreft het hier geen pure jazz, het is fado, de Portugese “blues” maar hier in een geheel nieuw kleed door de begeleiding van het fabuleuze Metropole Orkest en ten tweede gaat het hier om een zangeres wier stem niemand onberoerd zal laten, zo helder en zuiver en zo vol overtuigingskracht als ik zelden heb gehoord. De Portugese Maria Mendes woont alweer een aantal jaren in Nederland, ze is jazz zangeres, maar als Portugese zit de fado in haar bloed, ze wilde haar liefde voor de jazz combineren met haar genegenheid voor Portugal. Op advies van haar vriend en bassist Jasper Somsen nam ze contact op met John Beasley, leider van het Metropole Orkest, om te vragen om samenwerking bij het arrangeren en produceren van de Portugese liederen. Op haar vorige album “Close to me” deed het Metropole Orkest al mee op een viertal nummers, het album werd genomineerd voor een Grammy Award. Ze verkeert daarmee in goed gezelschap want zowel John Beasley als het Metropole Orkest behaalden reeds een Grammy Award. “Saudade, Colour of love” werd opgenomen in Amsterdam in het Muziekgebouw aan het IJ in mei 2022. Saudade is een Portugees woord dat nauwelijks is te vertalen, het beschrijft een gevoel van triest verlangen naar iets ongrijpbaars, het is het basisgevoel van de Portugese fado. Het album opent met “Com Que Voz” (Met welke stem) vooral bekend in de uitvoering van Amália Rodrigues, de koningin van de fado. Het is een heerlijke melodie die groots wordt ingezet door het orkest en dan valt Maria in met haar zwoele timbre en je wordt onmiddellijk gegrepen door haar haarzuivere stem. Christof May soleert fraai op zijn klarinet. “Tudo isti é fado” (Dit alles is fado) is een meer gedragen werk, ook al bekend van Rodrigues, pianist Cédric Hanriot soleert hier voortreffelijk en Maria waagt zich aan een geslaagde scat waardoor de muziek een jazzy draai meekrijgt. “Verdes Anos” (Groene Jaren) gaat swingend van start met snelle loopjes van Cédric Hanriot, Maria lijkt hier door de geluidsbarrière te gaan met haar hele hoge uithalen maar wel loepzuiver, Jasper Somsen volgt met fraai gestreken bas spel, een waar muzikaal feestje met veel vocale acrobatiek van Mendes. In het sfeervolle “Foi Deus”, ooit vertaald in het Engels door Rodrigues horen we een smaakvolle solo van John Beasley op KeyWi, een elektronisch blaasinstrument met de klank van een melodica, fraai. Hermeto Pascoal schreef “Hermeto’s fado for Maria”, inderdaad deze grootmeester van de Braziliaanse muziek schreef dit voor Mendes, veelzeggend voor haar statuur. Er zijn solo’s voor Beasley en Maria die jazzy swingt. En zo vervolgt dit album met heerlijke melodieën die naadloos worden vertolkt door het superbe Metropole Orkest en de hemelse vocalen van Maria Mendes. Ik ga niet alle nummers doornemen, er rest de luisteraar maar een ding, luistert en huivert, je hoeft geen liefhebber te zijn van fado noch een diehard fan van jazz om dit album te omarmen, in het dieptepunt waarin de hedendaagse muziekscene zich bevindt met de grijze middelmaat aan “middle of the road music” die gretig wordt uitgezonden door de omroep, wansmaak is alom en kennis van zaken is teloor gegaan. Het zei zo, maar Rootstime is nog daar om de luisteraar nog te voorzien van enige informatie over muziek met kwaliteit. De bezetting luidt als volgt : Metropole Orkest : Jan van Leersum.
|